Het verhaal van Wortel en Sander.
Zo’n dikke 4 jaar geleden kochten wij in een dierenwinkel ons eerste konijntje: Wortel, een jong voedstertje. Ik moet met schaamrood op de wangen toegeven: het was een redelijk impulsieve aankoop en pas na de komst van Wortel leerden we wat we eigenlijk al op voorhand hadden moeten weten: een konijn heeft niet alleen veel aandacht nodig maar ook heel veel ruimte … en liefst een soortgenoot. De eerste twee dingen konden we haar in onze toenmalige woonst wel geven, maar een soortgenootje lag moeilijker. Pas toen we verhuisd waren en meer ruimte hadden, Wortel zat toen al twee jaar alleen, deden we een eerste poging om haar te koppelen met een ander konijntje. Ongelukkig was Wortel op dat moment niet, maar als je meent dat je je dier nog gelukkiger kan maken met een vriendje erbij, en je hebt er de ruimte voor, dan doe je dat gewoon, dachten we. Op voorhand hadden we wel tips gezocht (en gevonden) op internet, maar als ik er nu op terugkijk, was die poging gedoemd om te mislukken, wat dan ook gebeurde. Nog eens twee jaar later kwam ik eerder toevallig op Corina’s website. Ik las haar boek en heb haar toen meteen een mailtje gestuurd met als belangrijkste vraag: is het mogelijk om een konijn dat al vier jaar het rijk voor zich alleen heeft – en dat ondertussen bij onze vrienden en kennissen berucht was geworden om haar hoog territorialiteitsgehalte - nog te koppelen? Met behulp van Corina en de vele tips uit haar boek besloten we om ons nog eens aan een koppeling te wagen. En dat was zo’n beetje het begin van ons koppelverhaal, dat uiteindelijk een half jaar duurde.
Een week na mijn eerste mail naar Corina, mocht Wortel mee naar het Knabbelthuisje om een (gecastreerd) vriendje uit te kiezen. Haar uitverkorene werd Sander. Hoewel de mensen van het Knabbelthuisje er bij het eerste contact een goed oog in hadden, liep de koppeling niet bepaald van een leien dakje.
We begonnen met koppelsessies op een neutraal terrein, aanvankelijk was dat onze bureau, later probeerden we ook de gang, de tuin, en zelfs eventjes de badkamer. De eerste dagen leek het nog redelijk te gaan: Wortel leek zich te onderwerpen. Met de nadruk op ‘leek’, wellicht was ze gewoon overdonderd door de situatie, want toen ze over haar eerste ‘verlegenheid’ heen was, brak een periode aan die ons bij momenten tot wanhoop dreef: geen tien minuten konden ze samen doorbrengen en af en toe (ondanks onze voorzorgen) kwam het tot gevechten met rondvliegende plukken haar (wat ook mijn hand meermaals heeft mogen voelen, ondanks ovenhandschoenen om hen uit elkaar te halen). Af en toe leek het beter te gaan, maar telkens liep het weer mis. Het dieptepunt van deze periode, zo’n twee maanden nadat we Sander in huis haalden, was een gevecht in de tuin dat eindigde met een bezoek aan de dierenarts: Sander had een afgescheurde nagel, Wortel een flinke knauw net boven haar oog. Op dat moment was voor ons de maat wel vol, maar we waren ondertussen erg gehecht geraakt aan Sander, en na hem te hebben zien veranderen van een rustig, eerder teruggetrokken konijn in een happy konijn dat de gekste sprongen van vreugde kan maken, was hem terug naar het asiel brengen geen optie meer. Het werd dan maar een scheiding van tafel en bed, concreet: onze living werd door middel van tralies in twee verdeeld. En de koppelsessies, daar was het voorlopig mee gedaan.
Bij de najaarsinentingen (zo’n twee weken na het gevecht) voelde onze dierenarts dat Wortels buikje wat gezwollen was onder haar tepels, wat op cysten kon wijzen. Een sterilisatie om baarmoederkanker te vermijden werd noodzakelijk. Met een bang hartje brachten we haar op 19 november naar onze dierenarts, die gelukkig prachtig werk leverde (dankjewel Lore en Marleen van www.abaris-vet.be !). Corina en de dierenarts vertelden ons dat voedsters na een sterilisatie vaak minder territoriaal worden en dus startten we zo’n vier weken na Wortels operatie voorzichtig met nieuwe koppelpogingen.
We begonnen met gezamenlijke ‘avondmalen’: elke dag samen eten van een bord verse groentjes en daarna elk meteen weer in zijn/haar eigen deel van de living. Wat later breidden we deze eetsessies uit met korte momenten samen op neutraal terrein, die we stilletjes aan opdreven in de tijd. Regelmatig stuurden we foto’s en filmpjes naar Corina, zodat zij ons kon helpen om het gedrag van onze konijntjes te interpreteren. Wortel bleek na haar operatie inderdaad veel rustiger te zijn geworden. Stilaan ging hun gedrag naar elkaar toe over van wantrouwen en agressie, naar negeren, en uiteindelijk interesse.
Met het gevecht van een paar maanden eerder nog vers in mijn geheugen, vond ik het moeilijk om de konijntjes te vertrouwen, maar ik vertrouwde op Corina toen ze op een gegeven moment zei, probeer wat minder tussen te komen, nu moeten ze het zelf uitmaken. En plots was er dan het grote moment: Sander gaf Wortel voor het eerst een wasbeurt! Een week later zetten we de stap van de neutrale zone naar de niet-neutrale living en vanaf dan ging het heel snel: ze verkenden elkaars terrein en geen van beide scheen er problemen mee te hebben dat de andere zijn/haar territorium ‘binnendrong’. Wortel laat Sander nu zelfs toe in haar eigen ren, hij mag met haar dekentjes spelen, iets wat weinig andere levende wezens gegeven is (onze vrienden en kennissen kunnen dat beamen). Integendeel: de eerste keer beloonde ze hem er zelfs voor met een wasbeurt!
We hebben een lange weg afgelegd, met 5 maanden van vooral veel ontgoocheling en wanhoop, maar die ik zo zou over doen als ik naar het eindresultaat kijk. Corina heeft ons gedurende die hele periode gesteund. Ik heb uit onze koppelervaring en de vele tips van Corina vooral onthouden dat:
- Een koppeling soms heel veel tijd, geduld en doorzettingsvermogen vergt en – hoewel het bij momenten vrij uitzichtloos kan lijken – je met konijnen nooit weet welke richting het kan uitdraaien. Maar aan het eind is het al de tijd en frustraties dubbel en dik waard!
- Je best traag opbouwt. Hoe traag? Zo traag als de konijnen nodig hebben, laat hen het tempo zelf aangeven.
- Koppelen moet leuk zijn: bij ons waren vooral groenteschotels en een hoopje ministukjes droog brood een succes.
- Geef de konijnen zoveel mogelijk de kans om elkaar te zien en te ruiken, ook al kunnen ze nog niet samen zitten. Het eerste ‘lichtpuntje’ dat wij zagen, was imitatiegedrag: samen wassen, samen eten, samen rusten… maar elk aan zijn/haar eigen kant van de tralies.
- Als het mis gaat, kan een (redelijk langdurige) time-out helpen, waarin de konijnen elkaar wel zien en ruiken maar elkaar niet kunnen aanraken.
- Een sterilisatie kan een wereld van verschil maken. Ik moet toegeven, ik zou het zelf niet gedaan hebben als Wortel geen verhoogde kans op baarmoederkanker had. Maar achteraf bekeken is het de koppeling zeker ook ten goede gekomen.
- Soms wordt aangeraden om konijnen vanaf de eerste kennismaking meteen samen te zetten en hen het zelf te laten uitvechten. Ik denk dat dit in een situatie als de onze, met een zeer territoriaal konijn dat vier jaar alleen gezeten heeft, niet de beste methode is en dat dit wel eens fataal zou kunnen aflopen. De (onbedoelde) gevechten die wij bij onze konijnen gezien hebben, waren er echt op leven of dood, het heeft ook niet veel gescheeld of Wortel was haar oog kwijtgeraakt.
Een beetje los van het koppelverhaal, maar toch ook iets dat we geleerd hebben: ik zou nooit nog een konijn in een winkel kopen, konijnenasielen komen adoptanten tekort en als ik zie hoe gelukkig ons mannetje is, smelt mijn konijnenbaasjeshart ;-).
Tot slot, ook in naam van Wortel en Sander: Dankjewel Corina!!!